Niederländisch Nederlands

Informationen zur niederländischen Sprache und Kultur

Stand der Bearbeitung: 16.4.2004

Woordjeslijst - Vokabelliste WoordVanDeDag0803

Wenn Sie einen Fehler entdecken, wäre ich froh, wenn Sie ihn mir mitteilen -
als u een foutje ziet zou ik blij zijn als u het mij wilt laten weten.

Sie können die Vokabeln auch lernen - u kunt de woordjes ook leren: s. Vokabeln Seite 2

Niederländisch - Nederlands	Deutsch - Duits
de koffieleut	der (starke) Kaffeetrinker, die Kaffeetante, die Kaffeeschwester
de frisdrank	das Erfrischungsgetränk, das alkoholfreie Getränk, der Sprudel
blijken uit	hervorgehen aus
het ontbijt	das Frühstück
het van iets winnen (drankenconsumptie: thee wint het van bier)	etwas schlagen (Getränkekonsum: Tee schlägt Bier)
ruim 1000	gut 1000
bejaard	betagt
ervandoor gaan	türmen, durchbrennen
de dealer	der Autohändler
het proefritje	die Probefahrt
het onderpand	das Pfand
de klant	der Kunde
gloednieuw	funkelnagelneu
het toestel	der Apparat
de ritprijs	der Fahrpreis
een kleine 10 euro	knapp 10 Euro
voorkomen	verhindern
de wanbetaler	der schlechte Zahler, der säumige Zahler
zeeziek	seekrank
de landrot / de landrat	die Landratte
het koor	der Chor
het uitje	der Ausflug
iets opluisteren	etwas aufpeppen
groen en geel	grün und gelb
woelig	aufgewühlt, unruhig
de zeeschuimer	der Pirat
het dagje uit	der Tagesausflug
het lichaam	der Körper
staken	einstellen, aufhören mit
iets uitkammen	etwas durchkämmen
de vogelkenner	der Vogelkundler
iemand tippen	jemandem einen Tipp geben
de slangarend	der Schlangenadler
de duikvlucht	der Sturzflug
de prooi	die Beute
zich neerleggen bij iets	sich mit etwas abfinden, etwas akzeptieren, es bei etwas belassen
de beta-student	der Student naturwissenschaftlicher Fächer
de wiskunde	die Mathematik
aantrekkelijk	attraktiv
het collegegeld	die Studiengebühren
de studiefinanciering	(vergleichbar in Deutschland mit) Bafög
de tegenstander	der Gegner
tot nu toe	bis jetzt
evenveel	gleich viel
uiteenlopen	sich unterscheiden, variieren
in feite	faktisch
de mineermot	die Miniermotte
de paardenkastanje	die Rosskastanie
voor het eerst	zum ersten Mal
herfstachtig	herbstlich
het uiterlijk	das Aussehen
de knop	die Knospe
uitlopen	ausschlagen, sprießen lassen
achter elkaar	nacheinander
aantasten	anfressen; befallen
uiteindelijk	letztendlich
bezwijken	(dem Schädlingsbefall) erliegen, kaputtgehen, eingehen
de hoogleraar	der Universitätsprofessor, der Professor
het percentage	der Prozentsatz, der Anteil
omhooggaan	steigen
de wetenschapsbeoefening	die Forschung
scoren	punkten
de hittegolf	die Hitzewelle
30 graden	30 Grad
het KNMI / het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut	das KNMI / das Königlich-Niederländische Meteorologische Institut
het tijdvak	der Zeitraum, die Periode
tropisch	tropisch
het rijbewijs halen	den Führerschein machen
de gemeente	die Gemeinde
opnieuw	nochmals
Het probleem speelt vooral in de grote steden.	Das Problem betrifft vor allem die Großstädte., Das Problem tritt vor allem in den Großstädten auf.
rijden onder invloed	unter Alkoholeinwirkung fahren
moeite doen	sich Mühe geben
blijken uit	hervorgehen aus
het kwart	das Viertel
eenderde	ein Drittel
de baan	die Stelle, die Stellung
aan de bak komen / aan de slag komen	eine Stelle bekommen, Arbeit finden
de blauwalg	die Blaualge
vervuild	verunreinigt, verschmutzt
de zwemplas	der Badeteich
inslikken	schlucken
problemen bezorgen	für Probleme sorgen, zu Problemen führen
maag- en darmklachten	Magen- und Darmbeschwerden
vergaderen	eine Versammlung abhalten, eine Tagung abhalten, eine Besprechung abhalten
het vervoer	der Transport
becijferen	berechnen
blijken	sich herausstellen
naarmate	in dem Maße wie
trouwen	heiraten
het huwelijk	die Hochzeit
een smalle beurs	ein schmaler Geldbeutel
stellig	entschieden, stark
de suggestie	der Vorschlag
de heroverweging	das Überdenken
uitgroeien	sich entwickeln, sich ausbauen
kleinschalig	von kleinem Umfang
de haalbaarheid	die Realisierbarkeit
op iets mikken	auf etwas abzielen, sich auf etwas richten
de invalshoek	der Blickwinkel
in beginsel	im Prinzip
opperen	vorschlagen
gemiddeld	durchschnittlich
er maar 240 euro voor over hebben	nur 240 Euro dafür ausgeben wollen
De kosten vallen tegen.	Die Kosten sind höher als erwartet.
blijken uit	hervorgehen aus
het buitenland	das Ausland
met 6 procent toenemen	um 6 Prozent zunehmen
de stijging / de groei	die Zunahme, die Steigerung
de tempering	die Mäßigung
mede doordat	unter anderem, weil
de ringweg	der Autobahnring, die Ringautobahn
de vluchtstrook	der Pannenstreifen
de verloskundige	der Geburtshelfer
de bevalling	die Geburt, die Entbindung
de rechterrijstrook	der rechte Fahrstreifen, die rechte Fahrspur
de file	der Stau
het aardappeltekort	die Kartoffelknappheit
iets voorspellen	etwas voraussagen
omhoogschieten	in die Höhe schnellen
aan een verplichting voldoen	einer Verpflichtung nachkommen
de frieten	die Pommes Frites
de oogst	die Ernte
voor iets pleiten	für etwas plädieren
een klacht indienen	eine Klage einreichen
weigeren	sich weigern
in strijd zijn met iets	gegen etwas verstoßen
de kandidaatlidstaat	das EU-Anwärterland
de gijzelaar	die Geisel
de locatie	der Ort
de ambassadeur	der Botschafter
de bemiddeling	die Vermittlung
de stunt	der Gag
grootscheeps	großangelegt
een regelmatige watergift	regelmäßiges Gießen
bijmesten	nachdüngen
de evenaar	der Äquator
de koffiebes	die Kaffeekirsche
snoeien	stutzen, zurückschneiden
het imago	das Image
het initiatief	die Initiative
voor de kosten opdraaien	die Kosten übernehmen, für die Kosten aufkommen
negatief afgeschilderd worden	negativ dargestellt werden
werkzaam zijn	tätig sein, beschäftigt sein
gelijkspelen	unentschieden spielen
het doelpunt	das Tor, der Treffer
de tweede helft	die zweite Halbzeit
de invaller	der Ersatzmann
de evenaring	das Einstellen, das Egalisieren
de agent	der Polizist
de surveillance	der Streifendienst
geestelijk in de war	geistig verwirrt
zich verzetten	Widerstand leisten
de enkel	der Knöchel
boeien	fesseln
het tafereel	der Vorfall
iets gadeslaan	etwas beobachten
flauwvallen	in Ohnmacht fallen
doceren	unterrichten, lehren
het wereldtoneel	die Weltbühne
geen hoge dunk hebben van iets	keine hohe Meinung von einer Sache haben, nicht viel von einer Sache halten
meewarig	mitleidig
de gsm / het mobieltje / de mobiele telefoon	das Handy
de aardappeloogst	die Kartoffelernte
de lopende band	das Förderband
de rooimachine	die Rodemaschine
de pootaardappel	die Saatkartoffel
de borstzak	die Brusttasche
aardappels poten	Kartoffeln setzen
blij verrast	freudig überrascht
het meetlint	das Maßband, das Messband, das Metermaß
de knieruimte	der Beinraum
de consumentenbond	der Verbraucherverband
uitdelen	verteilen, austeilen
de gegevens	die Daten
de rugleuning	die Rückenlehne
een beetje behoorlijk	einigermaßen anständig
de ontvoering	die Entführung
de ontknoping	die Auflösung
Het lag totaal niet in de lijn van het onderzoek.	Es war nach dem derzeitigen Ermittlungsstand überhaupt nicht zu erwarten.
de ontvoerder	der Entführer
de rechercheur	der Kriminalbeamte, der Ermittlungsbeamte
de aanwijzing	der Hinweis
weigeren	sich weigern
iemand is onwel	jemandem ist schlecht, jemandem ist übel, jemand ist unpässlich
de wijkverpleegkundige	der Gemeindekrankenpfleger
de banketbakker	der Konditor
zich uitwijzen	sich zeigen, sich erweisen
het werkoverleg	die Arbeitsbesprechung, die Besprechung
de verjaardag	der Geburtstag
de braakneiging	der Brechreiz
de hartritmestoornis	die Herzrhythmusstörung
aangifte doen	Anzeige erstatten

Zurück zum Seitenanfang

Inhalt

Lernmaterialien

Vokabeln

Medien

Veranstaltungen, dt., aktuell --- vorbei

Veranstaltungen, NL+B, aktuell --- vorbei

Links

Tandem

Extras

Anhang

Grundlage dieser Seite:
woord van de dag August 2003
Diese Seite ist Teil des Vokabelangebots Seite 2, 14. Vokabel-Zip-Datei - deutsch-niederländische Vokabeln zu diversen Themen

Über weitere Informationen, die ich auf diese Seite stellen kann, würde ich mich freuen: mail
Ik ben ook blij als u mij informatie in het Nederlands stuurt.
Impressum